574 varkensbedrijven melden zich aan voor opkoopregeling
Van alle sectoren hebben varkenshouders zich het vaakst aangemeld voor de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) of de variant daarvan voor piekbelasters (Lbv-plus). Het gaat om 574 bedrijven. Dat meldt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Uit de cijfers blijkt verder dat 450 melkveehouders zich hebben aangemeld, 245 pluimveehouders en 212 kalverhouders. Gemeente Venray kent met tachtig aanmeldingen voor de Lbv of Lbv-plus de meeste potentiële stoppende veehouderijen. Ede (77) en Barneveld (69) volgen op de voet.
In totaal hebben zich in Nederland 1.586 veehouders aangemeld voor vrijwillige uitkoop via de Lbv of Lbv-plus. Provincie Limburg telt procentueel gezien veruit de meeste aanvragen: 285 stuks. Omgerekend gaat het om 15,6 procent van het totale aantal veehouderijen in die provincie.
Limburg wordt gevolgd door de provincies Gelderland (479 aanmeldingen, 7,08 procent) en Noord-Brabant (366 aanmeldingen, 6,4 procent). De provincies Zuid-Holland en Groningen herbergen respectievelijk 'maar' zes en acht potentiële stoppers.
Van 1.323 bedrijven is de aanvraag inmiddels goedgekeurd. Via de Lbv-regelingen ontvangen veehouders 100 tot 120 procent van de bedrijfswaarde.