Voeding+aanpassen+op+cijfers+over+speenleeftijd
Nieuws
©

Voeding aanpassen op cijfers over speenleeftijd

Cijfers verzamelen en gebruiken: wat kan ik met big data? “Nu al heel veel en in de toekomst nog meer”, zei Frank Haanschoten, specialist zeugen en biggen van ForFarmers, tijdens de Regiotap. “Je kunt nu bijvoorbeeld al zien dat de speenleeftijd van de biggen niet steeds hetzelfde is. Daar kun je rekening mee houden bij het voeren na spenen. Jongere biggen kun je wat langer speenvoer geven.”

Voor de toekomst verwacht Haanschoten vergaande ontwikkelingen op het gebied van big data. Ter ondersteuning van dit verhaal liet hij een filmpje zien over het gebruik van de mobiele telefoon in 1998. Toen vonden de meeste mensen zo’n apparaat niet nodig. Nu loopt iedereen met een smartphone op zak, is altijd bereikbaar en gebruiken ze die smartphone lang niet alleen om er mee te bellen.

Gegevens combineren


Haanschoten verwacht dan ook dat de techniek veel mogelijk gaat maken en dat dit veel kan gaan opleveren. “Nu gebruiken we bijvoorbeeld de gegevens van de varkens uit Agrovision en combineren dat met de voergegevens in Agroscoop, het monitoringsprogramma van ForFarmers. In de toekomst zal je bijvoorbeeld ook alle gegevens van de klimaatcomputer er aan kunnen koppelen. Dan zie je bijvoorbeeld dat een koude periode in maart gevolgen heeft voor de vitaliteit van de biggen die in juli worden geboren. Een stap verder kan zijn dat de voercomputer 'automatisch' op basis van de lagere temperatuur in de dekstal alvast het rantsoen met 200 gram per dag verhoogt om zo problemen te voorkomen.”

Wekelijks inzicht


Dat is nog toekomst, maar ook nu kan een varkenshouder al veel bereiken met het gebruik van alle cijfers die op zijn bedrijf beschikbaar komen. De zeugenhouder kan in overleg met zijn adviseur kiezen van welke cijfers Agroscoop iedere week een overzicht levert. Zoals het afbigpercentage, het aantal levend geboren biggen, de uitval of het aantal zeugen met meer dan 13 gespeende biggen.

Aan de slag


Met die big data moet de zeugenhouder dan in de ogen van Haanschoten ook aan de slag. “Spreek samen met je adviseur een doel af. Bijvoorbeeld dat je over een half jaar de uitval 1 procent lager wil hebben, of minder doodgeboren biggen wil. Pak één punt tegelijk aan en ga er mee aan de slag. En kijk over een half jaar of het doel ook is bereikt.”

Stel dat de zeugenhouder ervoor kiest het aantal gespeende biggen per zeug te verhogen, dan kan hij in Agroscoop eens wat dieper gaan kijken naar de variatie die er is in speenleeftijd. Haanschoten: “Waar ligt dat aan? Komt het door veel terugkomers, waardoor je gaat schuiven met de speenleeftijd? Of stonden er niet genoeg gelten klaar om in te stromen?”

Langer speenvoer


Als de speenleeftijd een keer tijdelijk laag is, dan is het vervolgens handig om hier rekening mee te houden bij het voeren na spenen. “Bij jonger spenen hebben de biggen in de kraamstal nog niet veel vast voer gehad”, weet Haanschoten. “Je kunt de biggen dan beter langer speenvoer geven, zodat ze niet nog verder gaan achterlopen en de biggenstal vol loopt.”

Big data in euro's


De big data van het varkensbedrijf kun je ook uitdrukken in euro’s. Zo heeft Haanschoten bij een studieclub van een aantal zeugenhouders eens uitgerekend wat het oplevert als de uitval 1 procent lager uitvalt. De zeugenhouders hadden verwacht dat er vrij grote verschillen zouden zijn. Dat bleek niet het geval. Op het bedrijf met het ‘laagste’ rendement van deze maatregel levert 1 procent uitval minder 8,99 euro per zeug op. Op het bedrijf met het hoogste rendement is dat 10,02 euro per gemiddeld aanwezige zeug.

Er is nog tweemaal een Regiotap: op 27 maart en op 12 april.

Stelling

Loading

Weer

  • Maandag
    12° / 11°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    15 %
  • Woensdag
    9° / 5°
    95 %
Meer weer