Trots op ‘Farmers owned’ en vlaggenschip TN70

De kop is eraf voor Marc Tijssen als nieuwe voorzitter van Coöperatie Topigs. Zijn eerste openbare optreden was tijdens de jaarbijeenkomst in Arnhem. “Ik heb de voorzittershamer nog geen vijf maanden in handen of Martin Bijl geeft aan - na elf jaar als CEO van Topigs Norsvin te hebben gewerkt - over te stappen naar het veredelingsbedrijf Barenbrug. Een nieuwe topman vinden is dus meteen een pittige uitdaging.”

In vogelvlucht somt Tijssen diverse ontwikkelingen van het afgelopen jaar op. Zeven op de tien zeugen in Nederland heeft Topigs Norsvin-genen evenals ongeveer 75 procent van de biggen. Het varkensgeneticabedrijf is het tweede grootste ter wereld. “Maar we zijn de grootste ‘farmers owned’ varkensfokkerijorganisatie en dat wordt door buitenlandse klanten en prospects gewaardeerd. Daar ben ik trots op.”
Wel voorziet Tijssen dat er over zeven jaar nog drie tot vier wereldspelers als leverancier van varkensgenetica zullen zijn. “De ontwikkelingen gaan razendsnel. Daarom hebben we het R&D-budget de afgelopen jaren opgeschroefd van 19 miljoen euro in 2017 naar 21 miljoen in 2108 en 22,5 miljoen euro voor dit jaar.”
In 2018 is de afzet van Topigs Norsvin wereldwijd gegroeid met 280.000 zeugen. Dat is een toename van 8 procent. Dat betekent dat varkensbedrijven die zeugengenetica bij Topigs Norsvin afnemen in totaal ongeveer 3,9 miljoen zeugen houden. “Wereldwijd is er vraag naar zelfredzame en rendabele zeugen en robuuste varkens die efficiënt vlees met een goede smaak opleveren. Ons vlaggenschip is de  TN70-zeug met nazaten van de TN Tempo.” De verkoop van het aantal doses sperma van eindberen en fokberen is vorig jaar met zo’n 3 procent gestegen. Dat is te danken aan de internationale afzet, want Tijssen constateert dat de Nederlandse zeugenstapel verder krimpt. Hij schat dat er nu nog 880.000 zeugen zijn.

Wereldwijde trends

Tijssen geeft ook zijn beschouwing op de ontwikkelingen in de houderij en fokkerij wereldwijd. Ongeveer 70 procent van de totale kosten van varkensvlees is voer. Voerkosten beheersen - onder meer door de voerconversie steeds verder te verlagen - blijft het belangrijkste economische aandachtspunt. De varkenshouderij professionaliseert verder en er ontstaan steeds meer integratievormen. De wereldwijde consumptie van varkensvlees stijgt met 45 procent (2015-2035) en 95 procent van het vlees wordt geconsumeerd op de plek waar het is geproduceerd. Diergezondheid, dierenwelzijn en het effect op het milieu - de CO₂ footprint - worden steeds belangrijker. Aflevergewichten stijgen verder en de karkaskwaliteit is van belang. Precision farming rukt op, maar een wereldwijd beperkende factor is het aantrekken van vakbekwaam personeel.