De voerstrategie van de kraamzeugen aanpassen is een van de maatregelen die Michel en Fons van Aert nemen om goede resultaten te behalen op hun gesloten varkensbedrijf. De zeugen krijgen vanaf opleg in het kraamhok tot 5 dagen na werpen een prelactovoer en vanaf dag 5 na werpen een hoog geconcentreerd lactovoer. Samen met de extra aandacht na werpen zorgt dat voor betere prestaties in het kraamhok die doorwerken bij de gespeende biggen en vleesvarkens.
Het prelactovoer is qua samenstelling – EW-waarde, eiwit- en vezelgehalte - specifiek gericht op de behoefte van de zeug rondom werpen. Een van de belangrijke voordelen hiervan is dat verstopping van het maagdarmkanaal wordt voorkomen. De zeugen werpen daardoor vlotter af en dat komt de vitaliteit van de biggen ten goede. Daarnaast zit er in het prelactovoer een speciale toevoeging die zorgt voor een betere doorbloeding van baarmoeder en uier. Door de betere doorbloeding krijgen de biggen de laatste week voor werpen meer voedingsstoffen aangeboden. Dat zorgt ervoor dat ze vitaler zijn en sneller naar de uier gaan om de eerste biest te drinken.
Naast de aangepaste voerstrategie is er op het bedrijf veel aandacht voor de biggen direct na de geboorte. De biggen hebben een warm en goed ingestrooid biggennest, zodat ze snel opdrogen. Bij grote tomen wordt split-suckling toegepast. De oudste biggen met een volle buik komen 1,5 uur apart om te zorgen dat de andere biggen genoeg biest kunnen drinken.
Bloedonderzoek antistoffen
Om meer inzicht te krijgen in het effect van prelacto en de maatregelen als split-suckling goed werken is een uitgebreid bloedonderzoek uitgevoerd. Dierenarts Lydie van den Crommenacker heeft bij 8 zeugen en 32 biggen een monster genomen. Hipra heeft de niveaus aan antistoffen bij zeugen en biggen met elkaar vergeleken. Daaraan is te zien of de biggen genoeg biest binnenkrijgen. Biggen van zeugen van de tweede tot en met vierde worp krijgen allemaal voldoende biest binnen. Bij de eersteworpszeugen krijgt iets meer dan de helft van de biggen genoeg biest. Iets minder dan de helft echter niet. Dat komt voor een deel omdat de eersteworpszeugen uit het onderzoek ’s nachts hebben gebigd. Daardoor was het niet mogelijk om split-suckling toe te kunnen passen.
Adaptatie
Om de biggen van de eersteworpszeugen beter van biest te voorzien, gaat Michel van Aert nog meer aandacht besteden aan de adaptatie van zelf aangefokte opfokzeugen. Er is daartoe overgeschakeld op het gebruik van een speekseltouw dat rechtstreeks van de dragende zeugen afkomt. De gelten bouwen via het speeksel aan een betere weerstand zodat ze beter in de zeugenstapel kunnen stromen en de biestkwaliteit toeneemt. Dat zal de komende tijd resultaat gaan opleveren is de verwachting. Daarnaast worden alle gelten voor de inseminatie gewogen en wordt de spekdikte gemeten. Michel: “Dit leggen we vast in het managementsysteem, zodat we dit terug kunnen zien op de zeugenkaart en de conditie beter in beeld hebben.”
Lees het achtergrondartikel over Van Aerts praktijkervaring met prelacto.
Bekijk hier de fotoreportage.