Alle factoren moeten goed zijn voor welslagen vaccinatie
Voer en water, hygiëne, klimaat, gezondheid, management en stress. 'Al deze factoren moeten optimaal zijn voor een goed effect van vaccinatie', aldus wetenschappers en dierenartsen Alex Ramirez en Chris Chase onlangs tijdens een webinar van National Hog Farmer. 'Kies het juiste moment van vaccinatie.'
Stress heeft een negatief effect op de werking van een vaccin. 'Stress en het immuunsysteem zijn geen vrienden', stelt Chris Chase van South Dakota State University. 'Vaccineren bij spenen is een fout moment door de stress van het spenen, verplaatsen, transport en vaak ook nog het vormen van nieuwe groepen.'
Bij het vaccineren zijn een aangenaam klimaat, goede gezondheid, voeding en wateropname volgens de Alex Ramirez van Iowa State University essentieel. 'Voor de werking van het immuunsysteem, zoals het maken van antistoffen, is veel energie en eiwit nodig. Een varken mag bij vaccineren geen andere ziekteverwekker bestrijden.'
Drie poten onder gezondheid
Chase: 'Zie een goede gezondheid als een krukje met drie poten: biosecurity, monitoring en vaccinatie. Zaag een van de poten weg en het krukje valt om. Biosecurity omvat een goede externe en interne bedrijfshygiëne, maar ook klimaat en voeding. Monitoring is noodzakelijk om zeker te weten welke ziekteverwekkers er spelen op welke momenten. Alleen dan is het mogelijk om de juiste vaccins en vaccinatiemoment te kiezen.'
Stressmomenten en het immuunsysteem zijn geen goede vrienden
Vaccinatie omvat veel zaken, zoals de juiste opslag van het vaccin – meestal moet dat in een goede koelkast – kan voorkomen dat uv-licht erbij kan. En gebruik een goed gereinigde en ontsmette spuit. 'Spoel die na ontsmetten wel door, anders gaat een levend vaccin dood', tipt Ramirez. 'En stel geen halve dosis in. Dan heb je geen garantie op een goede immuniteit.'
Ruim voor stressmoment
Vaccineren moet gebeuren ruim voor een stressmoment en voordat een ziekteverwekker een probleem vormt. Bij biggen en vleesvarkens beschermt een vaccinatie dan het dier zelf. Bij zeugen doe je het voor de zeugen en/of voor de biggen.
Chase: 'Wil je zeugen bijvoorbeeld beschermen tegen vruchtbaarheidsproblemen, dan moet je ze al voor insemineren hebben gevaccineerd. Is het doel de bescherming van de biggen, dan is een eerste vaccinatie nodig vijf tot vier weken voor werpen en een tweede twee weken later. Dan zitten er genoeg antistoffen in de biest. Te kort voor werpen vaccineren is niet zinvol.'
One-shot of two-shot
Wil de varkenshouder vaccins mengen, dan moet hij ervan overtuigd zijn dat het ook kan. 'Lees de bijsluiter goed', adviseren de wetenschappers. 'Daarop staat ook bij welke leeftijd het vaccin kan worden toegepast en of het een one-shot is of een two-shot.'
Ramirez: 'Bedenk dat een one-shot goede bescherming kan bieden, als de omstandigheden optimaal zijn. Maar de omstandigheden zijn niet altijd perfect en dan kan two-shot beter zijn. Met bij voorkeur een tussenperiode van drie weken. Je hebt met dieren te maken die niet steeds hetzelfde reageren en met veranderende ziekteverwekkers. Dus pas je steeds aan: wat vandaag goed is, kan morgen anders moeten.'