Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en vleesbenamingen
Vorige week stemde het Europees Parlement (EP) over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) na 2022 en daarom ook over de herziening van wetgeving voor de gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten en -productbenamingen.
Het Parlement stemde uiteindelijk helaas toch tegen een door onze landbouwcommissie voorgesteld verbod op het misbruik van vleesnamen voor de marketing van vegaproducten, hoewel het EU-Hof van Justitie al in 2017 het misbruik van dierlijke zuivelbenamingen voor de verkoop van plantaardige imitaties heeft verboden.
Als CDA-Europarlementariër vind ik de uitslag een nederlaag voor consumenten en voor eerlijke voedselinformatie. Vlees is immers vlees en zuivel is zuivel. De hoogste EU-rechter heeft in 2017 in een arrest (over zuivel, TofuTown) bepaald dat een aanvulling 'plantaardig', 'vega' of 'niet-dierlijk' op een voedseletiket onvoldoende is om verwarring bij consumenten te voorkomen.
Mijn CDA-collega Jaco Geurts heeft het misbruik van vleesnamen al jaren geleden in de Tweede Kamer aangekaart, evenals opeenvolgende Duitse landbouwministers. Het is een slecht signaal voor consumenten en boeren dat het Europees Parlement de eigen EU-wetgeving over voedselinformatie in de wind slaat en nu een uitzondering lijkt te maken voor vegaproducten.
In Nederland wordt er wat lacherig over 'schnitzelgate' gedaan, maar in Frankrijk blijft nieuwe nationale wetgeving van kracht die elk misbruik van dierlijke zuivel- en vleesnamen als biefstuk, kipfilet, spek, kipstukjes, varkenshaas en beenham voor plantaardige imitatieproducten verbiedt.
Ik hoop dan ook dat daar een corrigerende werking voor de interne Europese voedingsmarkt van uit zal gaan. Het gaat me niet om de presentatiewijzen, want de benamingen kaas-, vis- en vegaburger of vegaworst waren ook in het compromis van onze landbouwcommissie nooit écht in het geding. Iedereen mag vrij kiezen wat hij of zij eet, maar etiketten mogen niet verwarren.
Kwaliteit, voedingswaarde en benamingen van hoogwaardige Europese landbouwproducten als zuivel en (varkens)vlees mogen niet worden misbruikt voor de verkoop van niet-gelijkwaardige hyperbewerkte plantaardige imitaties, veelal op basis van ingevlogen ingrediënten. Vanwege de enorme winstmarges op vegaproducten denken multinationals daar natuurlijk anders over.
Wel ben ik blij dat een meerderheid van het EP mijn lijn op de zuivelbenamingen volgde en het misbruik van deze benamingen voor vegaproducten verder heeft willen aanscherpen. Wat is inhoudelijk nou het verschil tussen dierlijke zuivel en vlees dat er zo'n ongelijke behandeling door politici is ontstaan? Ik hoop en verwacht dat over vleesbenamingen de komende jaren door rechtszaken soortgelijke Europese rechtspraak zal ontstaan als over zuivelbenamingen in 2017.
Voor de varkenshouderij is het trouwens belangrijker nieuws dat het GLB-akkoord is aangenomen door het Europees Parlement. Een duurzamere productie per kilo vlees en het sluiten van kringlopen maken de varkenshouderijsector gereed voor de toekomst.
Doordat de politiek geen revolutie, maar een evolutie van het GLB heeft besloten, blijft ook de uitstekende verwaarding van reststromen afkomstig uit de akkerbouw en melkveehouderij voor diervoeders in de varkenshouderij en andere intensieve sectoren gegarandeerd en betaalbaar.
Steun aan familiegezinsbedrijven is verzekerd en daarmee de mogelijkheid om de voedselproductie en levensmiddelenindustrie ook in 'regio Noordwest-Europa' op peil te houden. De nieuwe ecoregelingen kunnen ook worden gebruikt voor initiatieven voor dierenwelzijn, dat ook in de plattelandsontwikkelingsfondsen meer aandacht krijgt. Hier kunnen vee- en ook varkenshouders in de verbreding hun voordeel mee doen in de toekomst!
Annie Schreijer-Pierik
CDA-Europarlementariër