Nederland deelt expertise rondom verduurzaming met China

Deze uitwisseling van expertise gebeurde tijdens een online seminar georganiseerd door de Topsector Agri & Food. Op deze manier werd een digitale deelname aan de Chinese Animal Husbandry Expo (CAHE) toch mogelijk. Dat is de belangrijkste agrarische beurs van China.

Sinds de uitbraak van Afrikaanse varkenspest in 2018 en de daarop volgende uitbraak van covid-19, is de wederopbouw van de Chinese varkenssector langzaam maar zeker weer opgekrabbeld. Diergezondheid en voedselveiligheid nemen bij deze opbouw een prominente plaats in. Omdat de Nederlandse agrarische sector wereldwijd op beide gebieden vooroploopt, biedt de heroriëntatie van de Chinese varkenssector een uitgelezen kans voor de export van Nederlandse kennis.

Veilige varkenshouderij

Ina Enting van Netherlands Agro, Food & Technology Centre (NAFTC) organiseerde de Nederlandse deelname voor de topsector. 'We nemen al jaren deel aan de beurs en de deelnemers boeken vaak interessante resultaten. Voor dit jaar hadden we grote plannen. In nauw overleg met de landbouwraad hebben we een seminar georganiseerd over Nederlandse technologieën voor een veilige Chinese varkenshouderij.'

Vertegenwoordigers van onder andere Nederlandse voerproducenten, stalinrichters, stallenbouwers en leveranciers van veterinaire producten leverden hun inbreng voor het seminar op afstand. Ze lieten zien hoe de Nederlandse sector is georganiseerd en welke resultaten dit oplevert.

Groot bereik

In een zaal in China reageerden zo'n tachtig deelnemers op die bijdragen. Maar het bereik was volgens Enting vele malen groter. 'Online hebben 32.000 personen het seminar bekeken via het in China razend populaire platform WeChat. Daarmee was het veruit het meest bekeken seminar van de expo.'

Ook werd volgens Enting meer dan tachtig keer in de media gerapporteerd over de Nederlandse inbreng. Nederland heeft zich bij de deelnemers duidelijk als wereldleider kunnen profileren op het gebied van diergezondheid en voedselveiligheid.'

Goede naam hebben

Enting verwacht dat de Nederlandse bedrijven goede zaken in China kunnen doen. 'Alles draait om zichtbaar zijn en het hebben van een goede naam. Ondersteuning vanuit de Nederlandse overheid, inclusief de ambassade is ook van grote waarde en opent in China nog veel meer deuren dan in Europa', meent zij.

'Met het seminar en de follow-up die de bedrijven er zelf aan geven, ligt er een uitstekende basis om tot concrete zaken te komen', besluit Enting.