Lage CO2 voetprint troef van varkenssector
De CO2-voetafdruk met nog eens 30 procent verlagen is volgens ABN Amro haalbaar. In het rapport 'Het varken als het ultieme kringloopdier' worden de benodigde investeringen doorgerekend. Die zijn het beste terug te verdienen via transparante, vraaggestuurde concepten. 'Het is een route om een robuuster inkomen te halen', aldus Pierre Berntsen van ABN Amro.
Naast dierenwelzijn groeit de aandacht van de consument voor milieu en klimaat, staat in het rapport dat 1 februari verscheen. 'Juist daar heeft het varken een sterk punt. Het is een dier dat uitstekend past in de beoogde kringlooplandbouw', zegt Berntsen, directeur Agrarische Bedrijven bij ABN Amro. De bank becijferde dat gemiddeld 47 procent van het voer van Nederlandse varkens bestaat uit rest- en nevenproducten van de voedingsmiddelenindustrie.
Tot het moment van leveren komt 75 procent van de voetafdruk van varkens voor rekening van het voer. Door het hoge gebruik van restproducten en de efficiëntie van de Nederlandse varkenshouderij ligt de gemiddelde CO2-voetafdruk op 3,74 kilo CO2 per kilo levend gewicht op het moment dat een varken het bedrijf verlaat, berekende Blonk Consultants in opdracht van ABN Amro. Nederland behoort daarmee tot de laagste van de wereld. Van de 3,74 kilo CO2 is ruim 28 procent een gevolg van veranderd landgebruik, Land Use Change (LUC), met soja als belangrijkste oorzaak.
Doel: 2,44 kilo CO2
ABN Amro acht een verdere verlaging van de CO2-voetafdruk met nog eens 30 procent mogelijk. Als mogelijkheden daarvoor worden genoemd: het gebruik van nog meer reststromen, dagontmesting, groene energie en het gebruik van voeders met een lage LUC. 'Daar zit nog veel ruimte', geeft Berntsen aan. 'We hebben in Nederland een enorme levensmiddelenindustrie. Dat is een sterk punt.' Worden voer- en mestmaatregelen gecombineerd, dan is een CO2-voetafdruk van 2,44 kilo per kilo levend gewicht haalbaar.
Het aandeel in Nederland geproduceerd varkensvlees dat onderdeel is van vleesconcepten als het Beter Leven-keurmerk is nu bijna 30 procent. ABN Amro verwacht een verdere groei in concepten. Om relevant te blijven in een krimpende markt met veel maatschappelijke druk, adviseert de bank varkenshouders om goed te kijken naar hun positie in de keten, hun onderscheidend vermogen en het verdienmodel.
Behoefte aan vleesconcepten groeit
De behoefte aan vleesconcepten neemt toe, is Berntsens overtuiging. Zijn advies is eerst te denken in ketens en concepten en vervolgens daaraan een gerichte marktbediening te koppelen. Dat kan bijvoorbeeld een lage CO2-voetafdruk zijn, lange staarten, afkomst uit de regio, extra lekkere smaak of een combinatie van duurzaamheidskenmerken.
Berntsen: 'Het gaat erom een robuuster inkomen te halen. Door meerwaarde te creëren of een markt te zoeken, bijvoorbeeld in het buitenland, waarop je voorwaarden waaraan je toch al moet voldoen tot waarde kunt brengen.' Verder merkt ABN Amro op dat leveranciersverenigingen of producentenorganisaties kunnen helpen gezamenlijke belangen te behartigen en specificaties en condities af te stemmen. Zowel voor varkenshouders die zich aansluiten bij een concept als voor degenen die dat niet doen.
Vertrouwen in toekomst
ABN Amro verwacht niet dat de vooruitzichten op korte termijn zullen verbeteren. Daarnaast rekent de bank met een krimp van 10 tot 20 procent van de Nederlandse varkensvleesproductie richting 2030. Die krimp zal niet zozeer leiden tot minder slachtingen, maar vooral tot een afname van de levende export van biggen en vleesvarkens, geeft Berntsen aan.
'Sommige varkenshouders zullen zich vrijwillig laten uitkopen, maar velen zullen ervoor kiezen hun bedrijf voort te zetten. Continuering betekent ook dat er vertrouwen is in de toekomst', benadrukt Berntsen. Hij noemt de varkenshouderij belangrijk voor de Nederlandse landbouw en ziet ook kansen. Hij heeft het bijvoorbeeld over het nog meer inzetten op het gebruik van restproducten, energieproductie en emissiereductie.
Berntsen: 'De opgave voor de sector is om gepaste volumes te produceren voor interessante markten met specifieke wensen. Dat lukt het beste in transparante en vraaggestuurde ketens, die zich niet alleen focussen op prijs, maar op een breder palet aan specificaties. In de tussentijd dient de overheid varkenshouders te ondersteunen die investeren in emissiereductie of energieopwekking, want innovatie is dé sleutel voor duurzame groei.'