Ashley Sijmonsbergen: 'na spenen prestarter doorvoeren loont
Door de hoge voerprijzen gaan veel varkenshouders op zoek naar besparingen op de voerkosten, ook bij de biggen. ‘Toch levert het verstrekken van een prestarter in de zoogperiode tot rond dag vijf na spenen het meeste op’, stelt Ashley Sijmonsbergen van Denkavit. ‘Bovendien is het makkelijk werken en veiliger voor de biggendarmen. En het totaalrendement is vergelijkbaar of zelfs iets hoger, afhankelijk van de omstandigheden.’
In het Denkavit Innovatie Centrum Pig Farm vond in juli-augustus 2021 een onderzoek plaats met twee voerstrategieën rondom spenen bij TN70*TN Tempo-biggen. Dit praktijkonderzoek speelt in op de actualiteit van stijgende voerprijzen en besparingen op voerkosten. Twintig tomen in groep A kregen een prestarter (Top Wean, 2 millimeter korrel) vanaf enkele dagen na de geboorte tot vijf dagen na spenen in reguliere droogvoerbakken. Daarna kregen ze tien dagen speenvoer (Speen 2, 3,6 millimeter korrel) gevolgd door een opfokvoer (Opfok P, ook 3,6 millimeter korrel) tot het meetmoment op dag 36 na spenen. Bij groep B werden twintig tomen een week voor spenen abrupt overgeschakeld op Speen 2. Dit basisspeenvoer werd verstrekt tot dag 15 na spenen, waarna de biggen biggenopfokkorrel Opfok P kregen. Sijmonsbergen licht de resultaten toe.
Waarom dit voeronderzoek met biggen?
‘Vijftien jaar geleden hebben we hetzelfde voeronderzoek uitgevoerd, maar toen waren de speengewichten lager en de varkenskruising en gezondheidssituatie anders. We wilden zien of de resultaten dezelfde trend laten zien. Het doorvoeren van prestarter tot vijf dagen na spenen gaf toen de hoogste opname in de kraamfase en in de kritieke periode na opleg. Daardoor namen de varkens in de vervolgfase ook meer voer op en groeiden ze harder.’
Is dat onder de huidige omstandigheden nog zo?
‘De technische resultaten zijn vergelijkbaar en duidelijk in het voordeel van het doorvoeren van de prestarter. De economie is momenteel nogal wat anders. De voerprijzen zijn hoog en dan gaan varkenshouders rekenen. Minder lang een prestarter verstrekken voelt bij een varkenshouder vaak als besparen op voerkosten, maar eigenlijk laat hij voordelen liggen.’
Minder prestarter verstrekken voelt vaak als besparen op voerkosten, maar het totaalrendement is lager
Welke voordelen zijn dat?
‘De prestartergroep neemt voor spenen gemiddeld 84 gram per big meer op en het speengewicht kwam gemiddeld 300 gram hoger uit. Ook vreten deze biggen de eerste vijf dagen na spenen gemiddeld 20 gram per dag meer van de kleinere, smakelijkere, en zachtere voerkorrels. Dat komt doordat het darmstelsel van de big zich in de zoogperiode al voldoende lang en optimaal heeft kunnen instellen op het verteren van vast voer. Ook al worden ze daarna abrupt overgeschakeld op speenvoer de biggen blijven dan ongestoord eten. Ze hebben vreetdrang waardoor ze gemiddeld 34 gram per dag meer blijven eten dan de biggen in groep B. Het verschil in gewicht op dag 36 na spenen is opgelopen tot gemiddeld vier ons per big.’
Een abrupte voerschakeling is toch geen praktijk?
‘In de praktijk wordt misschien iets geleidelijker overgeschakeld. Maar wil je het echt goed doen voor de biggendarmen, dan moet je het mengen van twee voersoorten drie dagen volhouden. Hiervoor wordt niet op elk vermeerderingsbedrijf de tijd genomen.’
Hoe reageren biggen met hun gedrag op een voerverandering?
‘We leggen de voeropname en gewichten op specifieke meetmomenten nauwkeurig vast. Maar in de toekomst hebben wij wel de ambitie om het diergedrag rondom de voerbak en de voermomenten te observeren en daarvan te leren.’
Welke conclusie trek je uit het biggenvoeronderzoek?
‘Een extra schakelmoment voor spenen op een goedkoper en minder op de specifieke behoefte van de big afgestemd speenvoer, gaat ten koste van de opname en groei. Bij de gezonde, robuuste dieren op de Pig Farm verloopt het speenproces bij beide groepen even soepel. Dat betekent dat geen verschil is aangetoond in de scores van de mestconsistentie rond voerschakelingen en in de uitval en het aantal behandelingen na spenen. Is de gezondheid op een bedrijf minder goed op orde, een ras gevoeliger op de darmen of de vreetcapaciteit van een big beperkter, dan kan het extra stressmoment van een voerschakeling in de zoogperiode wel leiden tot meer speenproblemen.’
Gaan jullie daarop inspelen met voeronderzoeken?
‘We zijn overgeschakeld op een andere eindbeer en hebben intussen de eerste tomen met bruinrood gevlekte biggen in de kraamstal liggen. Daarmee krijgen wij een breder beeld van hoe nakomelingen met een verschillende genetische achtergrond presteren bij toepassing van verschillende voeders op de Pig Farm.’
Wat is het economische resultaat van het onderzoek?
‘Als we de verschillen in technische resultaten en die in voerkosten op een rijtje zetten, dan draaien de twee voerstrategieën quitte. Toch slaat het voordeel uit naar het doorvoeren van een prestarter rond spenen. De voerstrategie is makkelijker, het is veiliger voor de biggen, de bigkwaliteit wordt beter en de hogere levensgroei zal doortrekken tot het moment dat ze naar de slachterij gaan.’
Volgen jullie deze biggenkoppels ook in de vleesvarkensfase?
‘Nee, want wij zijn producent van jongdiervoerders en daarom ligt de focus van ons onderzoek op biggen tot rond 63 dagen leeftijd. Wel gaan onze biggen allemaal naar een commerciële vleesvarkenshouder en zijn ze voorzien van RFID-oornummers. Dus we zouden data van individuele dieren tot aan de slachthaak kunnen verzamelen. Interessant is het natuurlijk wel om bevestiging te krijgen dat biggen die hier beter vreten en harder groeien ook beter blijven presteren bij de vleesvarkenshouder.’