Gerichte monitoring vogelgriep bij varkens
Varkens kunnen mogelijk ongemerkt besmet raken met vogelgriep. Omdat het onhaalbaar is om voortdurend alle varkensbedrijven te monitoren op vogelgriep kiest landbouwminister Piet Adema voor een gerichte aanpak. Door het hele land worden varkens onderzocht op bedrijven waar ook pluimvee aanwezig is, varkens buiten lopen en op bedrijven in waterrijke gebieden.
Volgens het Deskundigenberaad Zoönosen zijn er risico's dat er nieuwe varianten van influenza (griep) ontstaan in varkens. De deskundigen stellen dat er vooral een risico is op grootschalige varkenshouderijen, waar voortdurend door geboorte van niet-immune dieren circulatie van verschillende influenzavirussen kan optreden.
Deze virussen kunnen met elkaar combineren waardoor nieuwe varianten kunnen ontstaan. Daarnaast zijn varkens ook gevoelig voor vogelgriepvirussen. Wanneer een varken tegelijk met een vogelgriepvirus en een ander influenzavirus besmet raakt, kan een nieuwe variant ontstaan.
Op advies van het deskundigenberaad wil demissionaire minister Adema daarom de monitoring van influenzavirussen bij varkens in Nederland versterken. De basismonitoring die sinds 2003 in Nederland wordt uitgevoerd door Royal GD spoort bekende en onbekende ziekteverwekkers of aandoeningen bij landbouwhuisdieren. Hierdoor zijn nieuwe varianten van het influenzavirus waar varkens ziek van worden snel op te sporen.
Geen klinische verschijnselen
Het recente hoogpathogene vogelgriep type H5N1 geeft bij varkens waarschijnlijk geen klinische verschijnselen, in tegenstelling tot pluimvee. Voor het opzetten van een waarschuwingssysteem om een introductie van vogelgriep bij varkens (HPAI) zo snel mogelijk te signaleren moet dusdanig veel getest en bemonsterd worden, dat dat niet effectief is te organiseren.
Daarom versterkt Adema, samen met minister Pia Dijkstra voor Medische Zorg, de surveillance op influenzavirussen bij varkens.
Influenza bij varkens
Ten eerste wordt de pilot die door RIVM samen met onderzoekspartners is uitgevoerd, opgevolgd door een structurele surveillance op bedrijven verspreid door heel Nederland en op een variatie aan bedrijven. De daarbij gevonden stammen worden getest op antivirale gevoeligheid voor behandeling van mensen en antigenenkarakterisering voor bijvoorbeeld humane vaccins.
Deze surveillance wordt voor tenminste twee jaar op deze manier voortgezet. Daarna worden de resultaten geëvalueerd, waarbij ten minste wordt beoordeeld of er voldoende landelijke dekking is. Daarnaast wordt expliciet bepaald of deze monitoring continu wordt voortgezet of dat een periodieke monitoring voldoet.
HPAI bij varkens
Omdat een surveillance over de gehele varkenssector onvoldoende effectief is, richt het beleid zich ten tweede op bedrijven waar de kans op virusintroductie via contact tussen varkens en besmette vogels het grootst is. Volgens het deskundigenberaad geldt dit voor bij gemengde bedrijven, bedrijven met buitenloop of bedrijven in waterrijke gebieden.
Op gemengde bedrijven waarbij vogelgriep wordt geconstateerd bij het pluimvee, onderzoekt de NVWA de daar aanwezige varkens HPAI. Dit wordt gedaan, omdat varkens niet altijd klinische verschijnselen vertonen.
Varkens met buitenloop
Voor bedrijven met buitenloop is het ontwikkelen van een surveillancesysteem onderdeel van het 'Strong1health-project'. Het RIVM werkt hieraan samen met Royal GD, WBVR en Erasmus Medisch Centrum.
Binnen het project wordt het netwerk tussen en met houders van buiten gehouden varkens vergroot en worden monsters genomen. Het project loopt tot 2026. De minister vraagt de onderzoekers om op basis van de resultaten een voorstel te doen voor een systeem voor surveillance bij buitengehouden varkens.
Bedrijven in waterrijke gebieden worden in de evaluatie van de structurele surveillance voor influenzavirussen bij varkens meegenomen. Ook in de ontwikkeling van een monitoringssysteem voor varkens met buitenloop, krijgen bedrijven in waterrijke gebieden aandacht.