Na de dip in de varkenscyclus is de omvang van de varkensstapel in Nederland met zo’n 2 procent gekrompen. Op 1 april 2016 waren er in totaal 12,4 miljoen varkens, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In april 2015 werden 12, 6 miljoen varkens geteld. Met name het aantal biggen tot 20 kilo en bij de zeug is verantwoordelijk voor die afname: Er zijn 131.000 minder biggen geteld, een daling van 6 procent.
Ook werden op 1 april minder zeugen (gedekt, gust en bij biggen) geteld. Er waren ruim 928.138 zeugen tegenover 972.045 in 2015. Dit betekent een krimp van het aantal zeugen met 4,5 procent. Daarmee is een productie verdwenen van ruim een miljoen biggen per jaar.
Het aantal getelde vleesvarkens is in april 2016 circa 90.000 lager dan in 2015.