Volgens een rapport opgesteld voor de provincie Gelderland, zitten er in mengvoer en mest te hoge concentraties bestrijdingsmiddelen. Dat zou effect hebben op het aantal weidevogels. Stichting Agri Facts (STAF) weerlegt de bevindingen van het rapport. De concentraties van bestrijdingsmiddelen blijven ver onder de toegestane waarden. Daarnaast is op basis van dit onderzoek geen conclusie te trekken over de effecten van bestrijdingsmiddelen op het aantal weidevogels.
De provincie Gelderland heeft het onderzoek laten uitvoeren door onderzoekers Jelmer Buijs (Buijs Agro-Services) en Margriet Mantingh (Women Engage for a Common Future, WECF). Ze hebben gekeken naar de concentraties van insecticiden, herbiciden en fungiciden in voer, mest en bodem.
Stoffen opgeteld
De onderzoekers hebben in hun onderzoek de verschillende concentraties van stoffen opgeteld en komen daarbij tot de conclusie dat er dan te veel bestrijdingsmiddelen in het voer en de mest zitten. In de bodem kon dit evenwel niet worden aangetoond. Daarbij concluderen de onderzoekers dat de bestrijdingsmiddelen ook een effect hebben op mestkevers en op de teruggang van het aantal weidevogels. Volgens hen moeten de volgens de EU toelaatbare niveaus MRL (maximale residu-limieten) aan bestrijdingsmiddelen dan ook een factor 1.000 lager worden om de teruggang van de insectenpopulatie en weidevogels te stoppen.
De resultaten werden al voor het verschijnen van het rapport door Buijs en Mantingh gemeld. Omdat STAF de resultaten wilde toetsen, werd het rapport opgevraagd, maar in eerste instantie kreeg STAF het niet. Inmiddels heeft STAF het rapport wel kunnen bekijken. Daaruit blijkt dat de concentraties van gevonden bestrijdingsmiddelen ver onder de MRL’s blijven. Daarbij zijn deze MRL’s - die gelden voor zowel de humane voeding als voor veevoer - goed wetenschappelijk onderbouwd, waarbij ook naar het milieueffect is gekeken.
Verband met kevers niet zeker
Daarbij zet STAF grote vraagtekens bij het verband tussen de bestrijdingsmiddelen en het aantal kevers en weidevogels. Er werden in het onderzoek namelijk tegenstrijdige resultaten gevonden. Er waren bedrijven met weinig bestrijdingsmiddelen in de mest waar veel kevers werden gevonden, maar ook bedrijven met weinig bestrijdingsmiddelen en toch geen mestkevers. En er waren ook bedrijven waar het totaal aan bestrijdingsmiddelen wel relatief hoog was maar waarbij er wel kevers werden gevonden. Gezien het geringe aantal bedrijven waar het onderzoek betrekking op heeft, kan volgens STAF dus geen significant verband worden gevonden.
Geen verband met weidevogels
Ook heeft STAF nog gekeken naar de ontwikkeling van de weidevogelpopulatie en het gebruik van de verschillende bestrijdingsmiddelen. Daarbij bleek er geen oorzakelijk verband te vinden in het gebruik van de middelen en de weidevogelpopulatie. De conclusie dat bestrijdingsmiddelen veel invloed hebben op kevers en weidevogels vindt STAF dan ook veel te voorbarig. Het drastisch verlagen van de MRL-normen zou daarbij grote invloed hebben op het gebruik van granen en ook reststromen in het veevoer en daarmee op de circulaire economie.
Het onderzoek van Buijs en Mantingh wordt pas op 12 april officieel gepresenteerd. Het is sinds 5 april online beschikbaar. Het rapport van STAF is hier te downloaden.