Biggen zwaarder door prelacto en hoog geconcentreerde lacto
Geen problemen rond spenen, goed opstarten van de zeugen en een hogere opname van energie en eiwit. Prelacto en lacto fase 2 zorgen samen met de hoge gezondheid voor nog betere prestaties bij zeugen. Meer grootgebrachte biggen die zwaarder zijn bij spenen.
Een hoge gezondheid staat al jaren op het lijstje van zeugenhouder Frits Kuijpers uit het Brabantse Heeswijk-Dinther. Bij de uitbreiding van zijn bedrijf ruim zes jaar geleden van 450 naar 700 zeugen bouwde hij daarom een geheel nieuwe vrijstaande biggenstal voor alle biggen en schakelde hij over naar een alternerend vierwekensysteem. Daardoor zijn er maar twee leeftijden gespeende biggen op het bedrijf en is de scheiding tussen de verschillende diergroepen goed te handhaven.
Kuijpers past het systeem ook toe bij het opleggen van de biggen. Er komen altijd twee tomen bij elkaar in het hok. Verder fokt hij zijn eigen Topigs 20-zeugen. De gezondheidsstatus op het bedrijf is dan ook goed. Bij de biggen kan de zeugenhouder volstaan met een circovaccinatie. Door alle maatregelen is het antibioticagebruik op het bedrijf laag. Bij zowel de zeugen als gespeende biggen ligt het onder de 1.
Voeding is belangrijk
Met alleen een goede gezondheid kom je er niet, weet Kuijpers. 'De voeding van de zeugen en biggen is ook belangrijk.'
De zeugen starten beter op met prelacto en krijgen meer energie binnen met lacto fase 2
De dragende zeugen krijgen hun voer via voerstations. De eerste vier weken na insemineren zorgt een hoog voerniveau ervoor dat de zeugen hun conditieverlies kunnen herstellen. Met vijf verschillende curves lukt het prima om alle dragende zeugen naar behoefte te voeren.
Overgang naar kraamstal
Bij de overgang van dracht naar kraamstal was het een ander verhaal. 'Lactovoer pakt dan niet goed uit. De zeugen krijgen snel te veel energie binnen. Daarom moet de voergift omlaag en dan ligt verstopping op de loer. Zeker omdat de zeugen uit de groepshuisvesting komen en gewend zijn om veel te lopen.'
Toen Fransen Gerrits prelactovoer introduceerde, was Kuijpers een van de eerste gebruikers. 'Ik kan de zeugen nu met gemak 0,5 kilo per dag extra voeren tot werpen. Verstopping komt niet voor en te veel druk op de uier ook niet. Het werpen verloopt doorgaans probleemloos, wat ook te zien is aan het aandeel doodgeboren biggen. Dat is gedaald van 7,4 naar 6,6 procent.'
Probleemloze overgang
Na het werpen gaan de zeugen probleemloos over naar een hoog geconcentreerde lacto, lacto fase 2. Het is niet nodig om eerst een normale lacto te voeren. 'De meeste zeugen kun je na werpen zonder problemen op deze hoog geconcentreerde lacto overzetten.'
Alleen bij de eersteworpszeugen moet je volgens de zeugenhouder wat voorzichtiger zijn. 'Daar komt het omschakelmoment wat preciezer. De voer ik wat langer door met prelacto.'
Omdat Kuijpers één tot twee dagen nadat de meeste zeugen hebben geworpen, overschakelt naar de lacto fase 2, komt er wat handwerk aan te pas. Zo'n 20 tot 30 jonge zeugen voert hij dan nog één of twee dagen met de hand door met prelacto voor hij ze overzet.
Oog zegt genoeg
Het effect van de prelacto en de lacto fase 2 is prima. De voeropname in kilo's is hetzelfde gebleven, maar de zeugen krijgen wel meer energie en eiwit binnen. Dat resulteert in een hogere melkproductie en daarmee zwaardere biggen bij spenen. 'Hoeveel zwaarder de biggen zijn, weet ik niet exact, maar mijn oog zegt genoeg.'
De cijfers laten zien dat het percentage doodgeboren biggen is gedaald en het aantal gespeende biggen is gestegen van 13,06 naar 13,54 laatste kwartaal.