Veranderen+zeugengenetica+bij+Pig+Farm+is+leertraject
Achtergrond
© Quinten van Ooijen

Veranderen zeugengenetica bij Pig Farm is leertraject

Voedingsonderzoek bij zelfgeproduceerde biggen is de corebusiness bij de Pig Farm. Maar de verandering naar moderne zeugengenetica bleek een leertraject te zijn. Goed doorvoede TN70-(opfok)zeugen zijn nu het fundament voor veel vitale biggen en een stijgende lijn in de productie. Per zeug per jaar worden 33,3 Tempo-biggen gespeend die gemiddeld 8,33 kilo per stuk wegen.

De Pig Farm is het onderzoekscentrum voor met name biggenvoeding en maakt deel uit van het Denkafarm Innovation Centre in het Gelderse Voorthuizen. Doel is om kennis te maken en te delen. Data worden zoveel mogelijk automatisch verzameld, zoals de individuele voeropname van elke (opfok)zeug en het voerverbruik per toom. Het wegen van elke pasgeboren big, gespeende big en zeugen vergt wel extra handjes.

'Al die data zijn van onschatbare waarde voor voedingsonderzoek, maar ook om knelpunten in de bedrijfsvoering sneller te kunnen opsporen', zegt Ruud Beeks, verkoopmanager bij Denkapig. 'Zaken bijsturen en finetunen waardoor je de resultaten steeds ziet verbeteren.'

TN70-zeugen

Samen met Arnold Groot Wassink, teamleider van Denkafarm, gaat Beeks in op een van de leertrajecten op de Pig Farm: de verandering van zeugengenetica. Decennialang maken ze bij het voedingsonderzoek bij biggen gebruik van Topigs Norsvin-zeugengenetica. Na de Topigs 30-zeugen kwamen de Topigs 20-zeugen en sinds 2017 TN70-zeugen.

‘ De bigoverleving blijft maar stijgen; die is dit jaar 2,3 procent hoger dan vorig jaar’

Beeks: 'Bij de keuze van zeugengenetica richten we ons primair op het dier met het grootste marktaandeel op de Nederlandse markt. Ook bij de keuze van een eindbeer sluiten we aan op de markt.'

Productiedip

Het veranderen van zeugengenetica klinkt eenvoudig, maar de praktijk is weerbarstiger. 'Met de TN70 haalden we een rustige zeug binnen met goede moedereigenschappen en een goede uier met voldoende goede spenen. Een prettig dier om mee te werken dat past in ons systeem met vrijloopkraamhokken', zegt Groot Wassink. 'De eerste worpen waren veelbelovend, maar daarna kregen ze te maken met een productiedip in de tweede en zelfs de derde worp.'

Na intern beraad werd Arno Joosten van Topigs Norsvin erbij gehaald. Na analyses van de cijfers concludeerde hij dat voeding van de TN70-zeugen anders is dan van Topigs 20-dieren. 'Ze hebben minder spek en dus minder energiereserves. We moesten ze harder voeren in het begin van de dracht en er vooral voor zorgen dat de gelten bij de eerste inseminatie op acht maanden leeftijd voldoende ontwikkeld zijn', zegt Groot Wassink. 'Het sturen op gewichten van 165 tot 170 kilo hadden we redelijk snel op orde.'

Streefgewicht

De zeugen worden na spenen harder gevoerd op basis van het gewicht. Uitgangspunt is om de zeugen na 45 dagen in de dracht op het door Topigs Norsvin aangegeven streefgewicht te hebben. 'Met voerstations is een individueel voerniveau makkelijk te realiseren. We zijn steeds beter in staat daarop te sturen', zegt Beeks. 'Daarnaast krijgen de zeugen vanaf dag 70 in de dracht een tweede fase drachtvoer. We voeren iets minder kilo's, maar meer energie en eiwit. Dat stimuleert de groei van de ongeboren biggen.'

Het investeren in zeugen op het gewenste gewicht in de kraamstal krijgen, betaalt zich zichtbaar terug. De technische resultaten stijgen sindsdien flink. 'Het aantal geboren biggen bij tweede en de derde worpen blijven nu op een hoog peil en de geboortegewichten zijn spectaculair gestegen', zegt Groot Wassink. 'En tomen zijn meer uniform.'

Gemotiveerde stalmedewerkers

De teamleider merkt dat stalmedewerkers extra gemotiveerd worden, doordat het steeds soepeler draait. 'Zwaardere biggen zijn al vanaf de geboorte vitaler waardoor minder biggen uitvallen tot spenen.' In het eerste halfjaar van 2020 is het overlevingspercentage van de biggen 2,3 procent hoger dan in 2019. Die vooruitgang is niet alleen toe te schrijven aan de beter gevoerde zeugen.

'Het is een samenspel van factoren zoals het stalklimaat en managementaanpassingen. Zo fixeren we zeugen tot vier dagen na het werpen in de kraambox, voordat we ze meer bewegingsvrijheid geven, weten we de biggen steeds beter naar het biggennest te lokken en levert de goede melkproductie van de zeug en het bijvoeren van de vitalere biggen extra winst op', zegt Groot Wassink. 'Met gemak neemt een Tempo-big 600 tot 700 gram voer op, voordat die bij gemiddeld 8,33 kilo wordt gespeend op 28 dagen.'

Nieuw Denkacare-product

Op de Pig Farm is onder andere een nieuw Denkacare-product ontwikkeld. 'Een mix van vitamines, elektrolyten, algen en Progres om de darmgezondheid gunstig te beïnvloeden. Dat werkt preventief aan een betere start van biggen meteen na de geboorte.'

Big is nu bij de geboorte 170 gram zwaarder
De Pig Farm zet sinds 2017 TN70-zeugen in. Sindsdien is het gemiddelde geboortegewicht toegenomen. Omdat bij het onderzoekscentrum standaard elke big na de geboorte en bij spenen wordt gewogen, is het opschuiven van de gewichtsverdeling goed in beeld te brengen. In 3,5 jaar is een big bij de geboorte gemiddeld 170 gram zwaarder geworden. Gemiddeld worden 13,9 biggen per worp gespeend.

Bekijk meer over:

Stelling

Loading

Weer

  • Maandag
    8° / 4°
    60 %
  • Dinsdag
    7° / 2°
    15 %
  • Woensdag
    9° / 6°
    5 %
Meer weer