'Politiek (mest)moeras'
Ruim een week geleden kwam de langverwachte mestbrief van landbouwminister Femke Wiersma naar buiten. De verwachtingen waren hooggespannen; blijft het belachelijke afroompercentage van 30 procent voor de varkensrechten staan of wordt het minder en zo ja met hoeveel?
Over de hoogte van ons sectorale plafond maakten we ons wat minder zorgen. Immers, de 10 procent reductie in 2025 hadden we volgens recente CBS-cijfers over het tweede kwartaal van dit jaar al gereduceerd. Als eerste en enige veesector voldoen we aan de plafondopdracht in de mestbrief van voormalig landbouwminister Piet Adema. Ook andere sectoren konden met Adema's plafonds leven of hebben het zelfs inclusief een fikse afroming aan hem aangeboden. Afvinken en door zou je zeggen.
Doelen halen en vooroplopen moet worden beloond. Niets was minder waar. Onze sector mag zijn reserve en de verwachte opbrengst uit de Lbv(plus)-regeling afgeven. Of beter gezegd: wordt afgenomen. Boven op de 10 procent reductie van Adema krijgen we nog een toetje van 15 procent door Wiersma.
Een aantal ondernemers zal denken: ach, laten we hopen dat wat meer varkenshouders de Lbv-overeenkomsten tekenen dan de 65 procent waarmee wordt gerekend. Dan hebben we weer wat reserve.
Wie dat denkt, komt bedrogen uit. Deze minister houdt een restopgave over en die gaat ze halen uit de meeropbrengsten vanuit de opkoopprogramma's. Ze gooit deze op één hoop en gaat deze herverdelen naar rato van bijdrage aan het totale stikstof- en fosfaatplafond. Oftewel: als bijvoorbeeld 85 procent van de varkenshouders besluit te stoppen in plaats van de ingerekende 65 procent, dan gaat die 20 procent extra stikstof- en fosfaatreductie eerst in een gezamenlijke pot om vervolgens te worden herverdeeld over de sectoren. De helft van de totale opkoopinschrijvingen betreft varkenshouders en ons aandeel is maar 20 procent van het plafond. Als beloning krijgen we er weer een extra opgave bij.
Als lezers het bovenstaande niet meteen kunnen bevatten, dan heb ik daar begrip voor. Het bestuur en ons beleidsteam hebben er een week over gedaan om diverse tabellen te kunnen duiden. Pas na ambtelijke toelichting werden onze vermoedens bevestigd; in plaats van poleposition moeten we nu als varkenssector starten vanuit de paddock. Het voelt niet alleen zo, maar is het feitelijk oneerlijk.
Daarom houdt deze minister ook vast aan een afroompercentage voor de varkenshouderij. Het is immers hoogst onzeker of we nu onder het plafond van Wiersma kunnen komen. Onder druk van de Raad van State is er 5 procent af gehaald, maar het is nog voldoende hoog om de hele leasemarkt stil te zetten. Gevolg zal zijn dat de restopgave voor de hele veehouderij, maar ook die van ons niet wordt gehaald. Dat zet de deur wagenwijd open naar een generieke krimp.
Dat onze sector, maar ook onze collega's in de pluimveehouderij, zwaar worden gepakt ten gunste van melkvee en overige diersoorten is niets anders dan een politieke keuze. Het voelt zo oneerlijk en onverdiend, want juist deze sectoren hadden bijvoorbeeld wel overeenstemming tijdens het landbouwakkoord en hebben een plan van aanpak met de Dierenbescherming in het kader van het Convenant dierwaardige veehouderij.
De gemaakte keuzes hebben allemaal te maken met zogenaamde maatschappelijke discussies als dierenwelzijn, grondgebondenheid en vlees eten. Ot-en-sienlandbouw boven het efficiënt omgaan met nutriënten en betaalbaar voedsel.
Omdat onze sector een groot deel van de mest verwerkt en een beperkt aandeel heeft in de totale mestproductie, zal het weinig bijdragen aan het in balans brengen van de mestmarkt en uiteindelijk schoner water in Nederland.
Eerlijk is eerlijk. Er staan ook mooie dingen in de brief. Echt mooie ambities waar we graag aan meewerken en hopen dat ze worden uitgevoerd. Het zuur hebben we al in de mond, maar het zoet zit nog in een dichte pot.
Deze week wordt Wiersma's mestbrief besproken tijdens regioavonden voor POV-leden: komt dus allen! Ook het webinar dat we samen houden met de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP op maandag 23 september gaat over het politieke (mest)moeras waarin we zijn beland.
Eric Stiphout
Vicevoorzitter dagelijks bestuur POV