Antidumpingheffing op lysine uit China leidt tot duurder veevoer
De Europese Commissie overweegt voorlopige antidumpingrechten op te leggen op de invoer van lysine uit China. Dat leidt tot zorgen bij de Europese federatie van organisaties in de diervoederindustrie Fefac. Die vreest dat het extreem hoge niveau van deze importtarieven voor dit aminozuur leidt tot een sterke stijging van de prijs van veevoer.
Lysine is een essentieel aminozuur dat wordt verwerkt in veevoer om het ruweiwitgehalte van het voer te kunnen verlagen zonder dat dit nadelen heeft voor dieren. De Europese Unie (EU) is voor 60 procent van de vraag naar lysine afhankelijk van China. In totaal wordt er in de EU jaarlijks voor zo'n 500.000 ton lysine gebruikt.
De Fefac stelt dat er onvoldoende alternatieve leveringen vanuit de EU of uit derde landen mogelijk zijn die de import van lysine uit China kunnen vervangen. Daarom kan de aangekondigde maatregel leiden tot negatieve economische gevolgen voor de Europese veehouderij- en diervoedersector.
Financiële compensatie
De voorlopige antidumpingrechte kunnen de import van lysine verstoren en een forse stijging van de prijs tot gevolg hebben. Daarom roept de Fefac op om financiële compensatie te bieden aan Europese veehouders.
Volgens de federatie zou de Europese Commissie essentiële aminozuren en vitamines moeten erkennen als 'kritieke materialen' en geen antidumpingrechten moeten invoeren. Daarnaast is het wenselijk als de EU investeringen stimuleert die de afhankelijkheid van China voor deze kritieke toevoegingsmiddelen voor veevoer zou verminderen.